“Ja,
heb slecht geslapen en heel raar gedroomd.
Ik had heel erge dorst, maar in plaats van op
te staan en water te drinken, sliep ik verder en droomde ik dat ik water
dronk. De hele nacht. Heeft u dat ook weleens?”
Zo stond ik al een tijdje, in gedachten
verzonken, starend naar de mevrouw
en Foefoe, die herhaaldelijk aan zijn neus
likte. “Is er iets?” vroeg mevrouw plotseling. Ik schrok even van haar
echte stemgeluid, al klonk het even zacht en vriendelijk
als ik me had voorgesteld. “Nee, niets,” antwoordde ik vlug. Daarna
liep
ik wat heen en weer. Tevergeefs vroeg ik me nog af of zij weleens zo
raar droomde.
Wat is het toch vervelend
als mensen je uit je gedachten
halen.
|