Verderop zag
een meisje
dat me wel geschikt leek. Blond en een beetje klein, maar best vriendelijk,
leek me. Erop af. Een paar passen bij haar vandaan, keek ze plotseling
om. En ze lachte naar me. Ik lachte terug en probeerde bij haar te komen.
Ze bleef lachen, maar even leek het of ze me niet recht aankeek. Vreemd.
In een moment dat niet langer dan een seconde kon hebben geduurd, voelde
ik een tikje op mijn schouder en werd ik zachtjes opzij geduwd door
een breed lachende jongen die in de armen van het meisje
liep.
En ik werd klein. Cafe Ons Kent Ons was geen plek voor mij. Ik voelde
me schuldig omdat ik ruimte innam en parasiteerde op de goede sfeer.
Ik, de dwerg op het witte paard.
|