Hoe kouder de bovenlucht, hoe meer verticale luchtbewegingen (meer instabiel) en hoe meer kans op buien. Vooral als de lucht van over zee komt en bevat dus veel vocht, kan deze koude bovenlucht resulteren in buien met donderslag, korrelhagel en sneeuw. Bij zulke buien kan het kwik in enkele minuten meer dan 5 graden dalen tot zelfs rond het vriespunt. Tussen de buien door is de lucht vaak helderblauw en warmt het weer snel op naar een graad of 10.
|
|