Mijn nieuwe kapster (rood, half lang, krullen) geeft een ferme handdruk en gaat snel van start. Ik was vergeten hoe ongemakkelijk het is om door een vreemde te worden aangeraakt. Haar aanraking is alles behalve teder, maar wassen blijft een intieme handeling. Ik heb zin in een praatje. Dat leidt af. Het zal vast ook bij het examen horen.

"Je bent niet zo zenuwachtig als de rest he?"

"Ja, het heeft geen zin om je druk te maken. De vorige twee keer was ik onwijs nerveus. Maar dan maak je het alleen moeilijk voor jezelf. Gewoon doorgaan."

Nee, dit was geen geruststelling. Een ander onderwerp: "Morgen slaat het weer om."

"Sorry?"

"Er zijn buien op komst, volgens het journaal."

"Heb je het nu over het weer?"

"..."

"Wil je gewoon even stil zitten. Ik moet me concentreren. Hoe zal ik je bakkebaarden doen? Eraf?"

"Wat je wil."

"We moeten doen wat de klant wil."

"Het maakt mij niet uit."

"Maar wat wil je?"

"Eraf dan maar, als dat handig is. Of doe het maar half."

"Aan een kant?"

"Haal ze er maar allebei af. Alsjeblieft."

Om de verloren tijd in te halen, knipt ze stevig door en in de haast prikt ze in mijn wang: "Sorry." "Mijn schuld," zeg , want ik heb het vast verdiend. Intussen voel ik het zweet op mijn voorhoofd komen. Dit kan niet goed zijn. Nee, zweten mag echt niet. Rustig blijven. Ze zal me vast niet meer prikken, want als ik begin te bloeden is dat ook in haar nadeel. We moeten ons er samen doorheen slaan.