Olifant wil zich niet langer laten beledigen. ''Ik zal je morgen leren, klein scharminkel'', mompelt hij, terwijl hij zich omdraait en wegloopt. Anansi loopt het bos door naar de kust. Daar voelt hij dat hij moet plassen. Hij klimt op een rots die in zee uitsteekt en plast met een boog in zee. Daar zijn juist de walvissen aan het dartelen en spelen. ''Jij viezerik, je bevuilt onze zee'', schreeuwen ze boos. ''Waag het niet dat nog eens te doen.'' ''Als ik zo nodig moet, doe ik het weer'', schreeuwt Anansi terug. ''Denken jullie de baas over mij te zijn omdat je groot en sterk bent? Ik zal jullie eens wat laten zien! Kom morgenochtend om tien uur hier allemaal terug. We zullen een spelletje spelen.''
|
|