Reeds in die tijd was ik ervan overtuigd dat gebeurtenissen, zoals het onder hels lawaai neervallen van de perenboom, door mij geleid werden, of dat ik er in ieder geval een of andere hand in had -zelfs al sliep ik- en dat ik er later voor zou boeten, bijvoorbeeld door zelf heel jong dood te gaan, lang voor ik in mijn leven alles had kunnen volbrengen wat op het programma stond, al wist alleen God, of één Zijner gelijken, hoe dat programma er ooit zou hebben uitgezien. De boom verpletterde een hondenhok, waarin onze hond Flup van zijn nachtrust genoot. Flup was natuurlijk, net als iedereen, bijtijds wakker geworden, en wilde -zijn natuur volgend- meteen wegvluchten, maar dat kon niet omdat hij aan de ketting lag.
|
|