Ik sta op twee foto's, met mijn armen rond twee Japanse meisjes. Op de achtergrond is San Francisco te zien, en ook Alcatraz. Ze vroegen me in vloeiend Japans of ze met me op de foto mochten. Natuurlijk mocht dat. Eén heel mooi meisje en één eigenlijk beetje gewoon maar wel lief verlegen meisje. En natuurlijk hun stoere broer die ook Engels sprak en een milkshake had en in Amerika werkte. Bij hem waren ze op bezoek. Hij nam de foto's Eerst een foto met hun toestel. Toen een met het mijne. Sindsdien (dwz. na aug. 1992) heb ik ze nooit meer gezien. Japanners maken veel foto's. Heel veel foto's. Zouden ze ooit nog weleens kijken naar de foto waar ik op sta, die op de Golden Gate Bridge, toen de zon zo warm scheen, en we allemaal nog zo jong waren, die dag dat tientallen visarenden op de thermiek aan de noordkant van de brug rondcirkelden? Toen durfde ik niet verliefd te worden op het mooie Japanse meisje. Ze was echt mooi. Wat zou er van mij geworden zijn als ik verliefd was geworden. En dan bedoel ik niet een beetje verliefd, maar smoor.
|
|